Onder de naam Spoorzone Ede werken ProRail, gemeente Ede-Wageningen en NS samen aan een nieuw en toekomstbestendig station Ede-Wageningen. Uitgangspunt is een toegankelijk, goed bereikbaar en duurzaam station met moderne voorzieningen voor reizigers. Zo komen er een nieuw busstation, nieuwe fietsenstallingen, betere loop- en fietsroutes en meer parkeerplaatsen. Bovendien wordt er gewerkt aan een robuust en betrouwbaar spoor. Het nieuwe station is naar verwachting in februari 2024 gereed, inclusief de fietsenstalling en het busstation. De parkeerplaatsen, inrichting van de pleinen en het groen zijn hoogstwaarschijnlijk in 2025 klaar.
De vernieuwing van station Ede-Wageningen wordt uitgevoerd door de combinatie EdesPoort, dat bestaat uit Van Hattum en Blankevoort, Van Wijnen en VolkerRail. Gezamenlijk zijn de bedrijven verantwoordelijk voor (1) het vernieuwen van circa 4 km spoor, inclusief nieuwe wissels, bovenleiding en treinbeveiligingen, (2) de realisatie van een nieuw stationsgebouw met overkapping boven de perrons, een nieuw busstation met overzichtelijk busplein, een nieuwe fiets- en voetgangerstunnel, moderne fietsenstallingen en een langzaamverkeersbrug over het spoor en (3) de nieuwe inrichting van het Noordplein.
Flinke stappen
De bouwwerkzaamheden zijn in december 2021 gestart. Sindsdien heeft de bouwcombinatie flinke stappen gezet. Zo is het spoor vernieuwd, is het gebouw op het huidige middenperron gesloopt, zijn de palen voor de nieuwe perronoverkapping geboord en is de opbouw van het stationsgebouw van gestart, vertelt Jacques Maijstré, Manager Veiligheid voor de combinatie EdesPoort. “Ook is de nieuwe Oostelijke tunnel voorgebouwd en ingeschoven en is bestaande betonconstructie van de Albertstunnel uitgebreid met een overstek van 33 meter lang, 4 meter breed en 340 ton zwaar. Begin augustus is bovendien de 8.000 ton zware en 65 meter lange reizigerstunnel op zijn definitieve plek geschoven.”
Focus op veiligheid
Spoorzone Ede wordt gerealiseerd in een spoorse en binnenstedelijke omgeving. “Dit brengt veel uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld met betrekking tot veiligheid en timemanagement”, aldus Maijstré. “Op verschillende momenten tijdens de uitvoering zijn treinvrije periodes ingepland, om veilig een tunnel in te kunnen schuiven, kolommen te plaatsen, liftschachten te bouwen en straks ook de nieuwe perronoverkapping te monteren. Bovendien moeten soms wegen of tunnels worden afgesloten. De momenten hiervoor staan vast en kunnen niet zomaar verschoven worden. Daarom zijn een goede planning en (logistieke) afstemming cruciaal. Niet alleen met alle bouwteampartners en onderaannemers, maar ook met onze opdrachtgevers en de hulpdiensten.”
Onafhankelijke instantie
“Onder andere ProRail geeft veiligheid op en rond het spoor de hoogste prioriteit”, vertelt Allard Schonewille, veiligheidskundig adviseur bij Aboma Consultancy. “Niet voor niets maakt veiligheid standaard onderdeel uit van al haar werkzaamheden en projecten.” Bij Spoorzone Ede zijn hiervoor twee verantwoordelijken aangesteld: Manager Veiligheid Jacques Maijstré en Veiligheidscoach Barry Düking. “Ook is contractueel vastgelegd dat het project maandelijks bezocht moet worden door een onafhankelijke adviseur. Aboma heeft een jarenlange relatie met ProRail. En ook Van Hattum en Blankevoort, Van Wijnen en VolkerRail zijn vaste klant bij ons. De keuze voor Aboma in dit project was dan ook een logische.”
Brede blik
Schonewille heeft veel ervaring met het werken op en aan het spoor. Ook heeft hij mogen snoepen van de ‘reguliere’ bouw, waardoor hij met een brede blik naar het veiligheidsthema kan kijken. Waar Düking dagelijks een ronde over de bouw loopt, is Maijstré één tot twee keer per week op de bouwplaats te vinden. Schonewille sluit eens per maand bij het duo aan. “De wisselende frequentie én het feit dat we allemaal vanuit onze eigen kennis en ervaring naar veiligheid kijken, leidt steeds tot nieuwe inzichten én unieke gesprekken”, aldus Maijstré. “Zowel onderling als met uitvoerders, projectleiders en medewerkers. Hierdoor groeit het veiligheidsbewustzijn.” Schonewille: “Belangrijk hierbij is dat we niet als politieagenten over de bouw lopen. Het doel is niet sanctioneren, maar activeren zodat een permanente gedragsverandering ontstaat. Positieve feedback zoals een complimentje of schouderklopje kan hierbij het verschil maken.”
De juiste snaar
Natuurlijk zijn er regels en voorschriften, benadrukt Schonewille. “En die moeten ook zeker worden opgevolgd. Maar de bewustwording hiervan kan op tal van manieren worden vergroot. Wanneer ik voor het eerst over de bouw loop, denken medewerkers vaak dat ik alleen kom kijken wat er fout gaat. Mijn belangrijkste doel is echter dat zij veilig en gezond kunnen werken. Ik doe mijn werk omdat ik om mensen geef en omdat ik wil dat iedereen heelhuids thuiskomt. Dit probeer ik vooral te bereiken door positieve, opbouwende gesprekken te voeren en door betrokken te zijn. Maar ook met een vleugje humor en door uitvoerders, projectleiders en medewerkers een spiegel voor te houden: wat ben je aan het doen? En waarom? Veel onveilige handelingen komen niet voort uit onwil, maar uit gewoonte, bedrijfsblindheid of omdat iemand ‘even snel’ iets wil afmaken. Ook op de bouw schuilt gevaar in een klein hoekje. Door medewerkers hiervan bewust te maken en door hen zélf de gevaren en oplossingen te laten benoemen, raken we vaak al de juiste snaar, blijft de boodschap beter hangen en worden zij zelfs trots op de acties die zij nemen.” Maijstré beaamt dit: “Het komt regelmatig voor dat wij uitgenodigd worden om bepaalde werkzaamheden te bekijken. Een mooi voorbeeld zijn de commerciële ruimtes in het nieuwe stationsgebouw, die langs het fietspad komen. Omdat het gebouw waterpas staat en het fietspad schuin loopt, hebben we hier nu nog te maken met een afstap van maximaal 40 centimeter waardoor medewerkers zich lelijk kunnen verstappen. Dit lossen zij echter zelf op door direct na de oplevering van elk stuk een afzetting te plaatsen.”
Een tweede voorbeeld is de tunnel die naast het spoor is gebouwd en afgelopen zomer is ingeschoven. “De tunnel had een complexe vorm, wat specifieke eisen stelde aan de steiger”, aldus Maijstré. “Hoe kon deze steiger het best worden opgebouwd?” Schonewille. “Een 3D-printmodel van de tunnel bood veel toegevoegde waarde. Knelpunten werden snel inzichtelijk, waarna we gezamenlijk konden sparren over een haalbare, maakbare én veilige oplossing voor alle betrokkenen.”
Actieve rol voor alle uitvoerders
De veiligheidsadviesrol van Aboma startte eind 2021 met een kennismaking met het uitvoeringsteam, waarin naast Jacques Maijstré en Barry Düking ook alle uitvoerders vertegenwoordigd zijn. Niet alleen omdat zij specifieke kennis en ervaring inbrengen, maar vooral ook omdat zíj het nieuwe stationsgebied moeten realiseren. “Al vrij snel volgde het eerste inhoudelijke gesprek”, aldus Schonewille. “Een uitvoerder, verantwoordelijk voor de realisatie van de tunnelbak, vroeg me om vanuit veiligheidsoptiek het werkplan voor de ondersteuningsconstructie te controleren. Zag ik ruimte voor verbetering? Vanuit een start-werkbespreking heb ik geïnventariseerd wat er gebouwd wordt, hoe er gebouwd wordt en welke veiligheidsmaatregelen worden genomen. Waarom zijn bepaalde keuzes gemaakt? Waar nodig heb ik advies gegeven en tijdens een rondgang op de bouw heb ik niet alleen de voortgang gevolgd, maar ook de naleving van alle maatregelen gecontroleerd. Een aanpak die ook in de andere deelprojecten wordt gevolgd en die zorgvuldig wordt teruggekoppeld aan alle relevante stakeholders.”
Zoveel stakeholders, zoveel methodieken
In dit project werken veel stakeholders samen, benadrukt Maijstré. “Alleen de bouwcombinatie al bestaat uit drie partijen, die elk hun eigen veiligheidsmethodieken en projectdoelstellingen hebben. Van Hattum en Blankevoort en VolkerRail beschikken bijvoorbeeld over een trede 5 certificering op de Safety Culture Ladder, wat betekent dat organisatorische en intrinsieke veiligheid volledig geïntegreerd zijn in hun processen. En ook Van Wijnen zet hoog in op veiligheid, met het eigen ‘Veilig voor elkaar’ programma. Als Manager Veiligheid is het mijn rol om deze methodieken samen te brengen en om op gestructureerde wijze risico’s te inventariseren en te evalueren. Hoe kunnen we de hoogst mogelijke veiligheid realiseren en gelijktijdig binnen planning en budget blijven?” Schonewille: “Belangrijk is ook dat we te maken hebben met drie opdrachtgevers, die elk hun eigen focus hebben. Waar ProRail en NS zich met name richten op het spoor, het perron en de reizigers, heeft de gemeente vooral oog voor de voetgangers, fietsers en automobilisten in de omgeving. Tussen de treinvrije periodes door blijft het station in gebruik. Dagelijks stappen duizenden reizigers in en uit de treinen, wiens veiligheid te allen tijde gewaarborgd moet worden. In het projectgebied vinden enorm veel transportbewegingen plaats. Bovendien hebben we te maken met grote aantallen monteurs, installateurs, kraanmachinisten en andere vaklieden, die hun werkzaamheden goed en veilig moeten kunnen uitvoeren. Spoorse veiligheid, arbeidsveiligheid, publieksveiligheid en omgevingsveiligheid lopen dus continu in elkaar over.”
Niet voor niets maakt veiligheid integraal onderdeel uit van alle overleggen. Van hoog tot laag, aldus Maijstré. “Elke week wordt een planningsoverleg gevoerd over de partijen heen, waarin veiligheid en logistiek belangrijke thema’s zijn. Daarnaast staat elke twee weken een specifiek veiligheidsoverleg gepland en worden de werkzaamheden op elk deelproject in een dag- of weekstart afgestemd. Voor het uitvoeringsteam staat elke maand én elk kwartaal een veiligheidsbijeenkomst gepland, waarin Barry of ik voor de groep onze bevindingen delen en leerpunten benoemen. In deze bijeenkomsten is bovendien ruimte om ervaringen te delen en om mee te denken in veiligheidsissues.”
Continue aandacht, vanuit zoveel mogelijk invalshoeken
Naast monitoren, inspecteren en evalueren maakt ook rapporteren onderdeel uit van het veiligheidsmanagement, benadrukt hij. “Alle bevindingen die we tijdens de interne en externe inspectierondes, de vergaderingen en de bijeenkomsten opdoen én de acties die hieruit voorkomen, worden vastgelegd in rapportages. Deze rapportages worden elke vier weken overlegd aan de opdrachtgevers en meegenomen in de kwartaalbijeenkomsten. Zo proberen we van alle kanten een logische opvolging, verslaglegging en terugkoppeling te geven. De winst van al deze inspanningen is continue aandacht voor veiligheid, vanuit zoveel mogelijk invalshoeken.”
Meer weten? Vul het formulier in en wij nemen contact op.