Met een verplichte gecertificeerde opstellingstoets, had het dodelijke kraanongeval in Den Haag in 2019, waarbij een machinist van 60 meter hoogte uit een liftkooi werd geslingerd, voorkomen kunnen worden. Dat concludeert het instituut Toezicht Certificatie Verticaal Transport (TCVT). “De opstellingskeuring die botsingen tussen kranen moet voorkomen, is nu te vrijblijvend. “Theoretisch gezien kunnen tien technisch perfect gekeurde kranen elkaar allemaal omstoten.”
Het risico was bekend. De torenkranen konden elkaar raken. En dus was het elke keer oppassen geblazen als kraanmachinist Kevin Vrolijk de liftkooi pakte. Er bestonden mondelinge afspraken. Er was onderlinge communicatie tussen de kraanmachinisten en zelfs een soort giek-draai-verbod als Vrolijk na zijn werkzaamheden naar beneden af zou dalen.
Het mocht allemaal niet baten. Hoewel het een paar maanden goed ging, bleek deze provisorische veiligheidsaanpak met portofoons, menselijk handelen en goed opletten, uiteindelijk te kwetsbaar. Ondanks alle afspraken stond Vrolijk wél in de lift toen die andere kraanmachinist met zijn giek draaide, in zijn vaarwater kwam en uiteindelijk zijn torenkraan raakte.
‘Dood door schuld’, stelt het Openbaar Ministerie (OM) bijna drie jaar later. ‘Een overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet.’ Het bouwbedrijf had het door iedereen onderschreven botsrisico in de kiem moeten smoren. ‘Waarom bijvoorbeeld was de lift niet verplaatst naar de andere kant van de kraan?’
Nooit gedacht aan verplaatsen lift
Het verweer van bouwdirecteur Robert Steenbrugge vorige maand in de rechtszaal vat het dramatische kraanongeval in vijf woorden samen. “Daar is nooit aan gedacht.” Steenbrugge ontkende dat keuringsinstantie TÜV het bedrijf nog zo had gewaarschuwd dat de giek van de ene kraan de liftkooi van de andere kon raken. Waarom anders had TÜV de kraan immers goedgekeurd of in elk geval niet afgekeurd?
Het OM denkt daar toch echt anders over en eist een geldboete van 60.000 euro, plus nog eens 40.000 euro voor een speciale stichting die de familie van het slachtoffer oprichtte om veilig werken met hijskranen te bevorderen. Komende woensdag volgt de uitspraak, maar het tragische ongeval roept de vraag op hoe dit voorval heeft kunnen plaatsvinden.
Keuring is niet meer dan APK
De meningen van deskundigen lopen uiteen, blijkt uit onderzoek van Cobouw. De één vindt dat de regels te vaag zijn, terwijl de ander meent dat bouwers onvoldoende op de hoogte zijn van de Arbeidsomstandighedenwet. Gebrek aan toezicht wordt ook vaak genoemd.
De deskundigen zijn het er wel over eens dat keuringsinstantie TÜV weinig te verwijten valt. Wettelijk gezien zijn keurmeesters van kranen alleen verantwoordelijk voor de technische toets van een kraan en niet voor het gebruik ervan: “Zitten alle boutjes vast, werken de remmetjes, doen alle knopjes het. Zo’n keuring is niet meer dan een APK voor auto’s”, licht een ondervraagde toe.
Vage opstellingsregels
Dat neemt niet weg dat een opstellingskeuring ook bij wet verplicht is. In tegenstelling tot de technische toets – die door een gecertificeerde partij moet worden uitgevoerd – staat in de wet echter niet waaraan die keuring moet voldoen.
“Als je deskundig bent, mag je die toets uitvoeren”, zegt Paul Uilenbroek, secretaris bij TCVT (Toezicht Certificatie Verticaal Transport). “Maar wat deskundig is en hoe je die toets moet uitvoeren, staat nergens omschreven. Volgens ons is dat te vrijblijvend.”
Botsing is goed te voorkomen
Vooral in stedelijk gebied komt het volgens Uilenbroek geregeld voor dat meerdere kranen in elkaars draaibereik staan. Met het risico op botsgevaar. “Gelukkig komt het niet vaak voor, maar theoretisch gezien kan het zo zijn dat tien technisch perfecte kranen elkaar omstoten omdat de risico’s onvoldoende in kaart zijn gebracht of worden aangepakt. Wij vinden dat raar.”
‘Het is geen uitzondering dat kranen in elkaars draaibereik staan’. Foto: Shutterstock
Met een verplichte gecertificeerde opstellingstoets, was het ongeval in Den Haag voorkomen, stelt Uilenbroek. “Een van de twee kranen had je prima technisch kunnen beveiligen.”
Ministerie in gesprek met TCVT
De TCVT dringt bij het ministerie van Sociale Zaken al langer aan op strengere regels die botsingen moeten voorkomen, stelt hij. “Wij vinden dat ook opstellingskeuringen moeten worden uitgevoerd door instanties zoals TÜV, SGS, HHC en Aboma. Het ministerie wil daar echter niet aan. De inzet in Den Haag is minder regels en niet meer.”
Wessel de Heus, woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken, reageert dat de twee inhoudelijke experts van het ministerie op het moment van schrijven van dit artikel, onbereikbaar zijn voor commentaar. Wel is het ministerie in gesprek met de TCVT over de keuringen van hijskranen, stelt de zegsman.
“Als de TCVT wil dat de opstellingskeuring van kranen verplicht door een CBI (conformiteitsbeoordelingsinstelling) moet worden uitgevoerd, dan kunnen zij dat verzoek officieel bij ons indienen.”
Mismatch theorie en praktijk
De Heus benadrukt dat het dodelijke ongeval “een verschrikkelijke gebeurtenis is.” De verantwoordelijkheid voor een veilige werkomgeving ligt volgens hem bij de werkgever. Michel Schenk beaamt dat. Schenk werkte jarenlang bij de Inspectie van Sociale Zaken. Sinds kort werkt hij als adviseur bij Aboma. In tegenstelling tot de TCVT denkt Schenk niet dat er regels bij moeten. “Ik denk dat er voldoende wetsartikelen zijn.”
De expert stelt dat bouwbedrijven onwetend zijn en ondeskundig. Hij ziet ook een mismatch tussen theorie en praktijk. “Opdrachtgevers wijzen een coördinator aan voor het ontwerp, uitvoerders voor de uitvoering. Zij hoeven daar echter geen kwalificaties voor te hebben, daar kun je over twisten of dat niet strenger moet.”
Bouwbedrijf moet probleem bij kiem smoren
Schenk benadrukt dat bouwbedrijven de op bouwplaatsen aanwezige risico’s moeten minimaliseren. “Dat begint bij het aanpakken van de bron. Door bijvoorbeeld de kranen te verplaatsen of met een technische maatregel. Kan dat echt niet, dan mag je afschalen naar een tussenoplossing en pas als dat niet kan, mag je kiezen voor een systeem van communicatie, voorlichting én permanent toezicht.”
Michel Schenk, voormalig inspecteur van Sociale Zaken. Foto: Eran Oppenheimer
De adviseur erkent dat de Arbeidsomstandighedenwet ruimte laat voor interpretatie. Volgens hem kan dat ook niet anders. “Het zijn doelvoorschriften”, licht Schenk toe. “Daar moet je aan voldoen. Eerst moet je gevaren benoemen. Daarna kies je een arbeidshygiënische strategie. Kan dat niet anders? In mijn ogen niet. Je kunt niet voor iedere situatie in de bouw een aparte maatregel beschrijven. Dan krijg je een ontzettend dik boekwerk.”
Bouwen zonder gevaar is roze-wolk-wereld
Hij heeft wel een advies voor bouwers. “Doorbreek gewoonten. Denk vooraf na over de mogelijke risico’s en tref daarvoor de nodige maatregelen. Dan nog kun je ongevallen nooit helemaal uitsluiten, want alleen in een ‘roze-wolk-wereld’ bestaan geen ongevallen. Waar het om gaat is dat je er als bouwers alles aan doet om een risico te beperken.”
Deed Stebru dat? Vrijwel alle deskundigen die Cobouw spreekt, betwijfelen dat. Sterker nog ze noemen de zaak van het OM “ijzersterk”. Daarin klinkt onmiddellijk een waarschuwing aan het adres van andere bouwers. Experts zeggen dat zij vaak niet eens weten dat zij hoofdverantwoordelijk zijn voor de veiligheid op een bouwplaats.
Voorbijganger versus bouwvakker
Ook de verplichte ‘veiligheidsregisseur’, die er kwam op aandringen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid na een dodelijk ongeval met een voorbijganger in 2016 in Den Haag, ontslaat ze niet van die plicht. “Die kijkt alleen naar de veiligheid buiten de bouwhekken. Cynisch gezegd vinden we het erger dat een voorbijganger verongelukt dan een bouwvakker.”
Een door Cobouw geraadpleegde hijsdeskundige vindt de straf die Stebru boven het hoofd hangt veel te laag. “Eigenlijk rechtvaardigt geen enkele boete een overtreding waarbij een machinist komt te overlijden. Ik kan hier lang en kort over zijn: als kranen in elkaars draaibereik staan, dan moeten er maatregelen worden getroffen. Had de aannemer dat gedaan dan was er niets gebeurd.”
Broodje aap
Hoe vaak ze niet tegen hem zeggen dat de kraanmachinist verantwoordelijk is voor hijswerkzaamheden: “Een broodje aap. Dat was niet zo, dat is niet zo en dat is over twintig jaar nog niet zo. Iemand op de bouwplaats moet de person in charge zijn. Als die er niet is, mag er gewoon niet worden gehesen. En de regels, die zijn uitstekend.”
(Bron: Cobouw)
TerugMeer weten? Vul het formulier in en wij nemen contact op.