Neveneffecten voorkomen bij liftonderhoud en -modernisering

Een lift wordt periodiek onderhouden, net als elk ander gebruiksartikel. Wijzigingen in de liftinstallatie die voortkomen uit reparatie, herstel of preventieve vervanging van onderdelen moeten, voordat de lift weer in gebruik wordt genomen, door een aangewezen keuringsinstantie worden beoordeeld op een juiste werking en behoud van het veiligheidsniveau. Soms worden onderdelen gebruikt die niet gelijk zijn aan het initiële onderdeel met mogelijk nadelige neveneffecten waarbij zelfs de veiligheid in het geding kan komen. Om dat te voorkomen, zijn er nieuwe keuringschema’s in aantocht waarbij de focus meer komt te liggen op de risicobeoordeling. Aboma sorteert hier alvast op voor. Een gesprek met Bert Huisman, Manager Liften bij Aboma.

Tekst Roel van Gils – Beeld Aboma

Vervangingsonderdelen moeten aan dezelfde specificaties voldoen als het bestaande onderdeel, zegt Bert. “Het kan voorkomen dat een vervangingsonderdeel weliswaar geschikt is voor zijn doel, maar dat het nadelige neveneffecten veroorzaakt. Het is het gevolg van veranderende technieken en veranderende samenstellingen van componenten. Met de inzichten van nu wordt ‘as we speak’ gewerkt aan het aanpassen van het huidige keuringsschema voor een conformiteitsbeoordeling van liftinstallaties in de gebruiksfase. Een risicobeoordeling, ook van mogelijke neveneffecten en hoe je die gaat elimineren, wordt daar een belangrijk onderdeel van.” Bert verwacht dat het nieuwe schema in de tweede helft van 2025 van kracht wordt. Aboma heeft daar echter nu al een sterke focus op. Het besef begint ook te groeien, merkt Bert in de praktijk. “En met een weliswaar verplichte keuring kun je ook aantonen dat je er goed over nagedacht hebt.”

De Europese regelgeving legt de verantwoordelijkheid voor een deugdelijke en veilige liftinstallatie bij de gebouweigenaar. 

Verantwoordelijkheid bij de gebouweigenaar

Overigens is het nu al zo dat met de Europese regelgeving de verantwoordelijkheid voor een deugdelijke en veilige liftinstallatie bij de gebouweigenaar is komen te liggen. Mocht er iets gebeuren waarbij schade of letsel optreedt, moet de gebouweigenaar zich kunnen verantwoorden. “Het is dus zaak dat er een goede conformiteitsbeoordeling aan ten grondslag ligt. Wanneer door een wijziging een lift afwijkt van het oorspronkelijk ontwerp behelst dit mogelijk ook een afwijking in de door fabrikant of installateur verrichtte initiële risicobeoordeling. Zorgvuldig onderzoek is dan noodzakelijk. Identificatie van de gevaren, mogelijke schade (of erger) mogelijk letsel, uit evaluatie voortkomende voorzorgsmaatregelen en het vastleggen van de bevindingen zijn vier stappen om te komen tot een goede risicobeoordeling. Het mag namelijk niet zo zijn dat er getornd wordt aan de veiligheid van de liftinstallatie. De veiligheid van de lift voor gebruikers én zij die aan de lift werken moet  gewaarborgd zijn.”

Terug